Regio – Na een uiterst sterke groei in 2021 – waarbij het gemiddelde hypotheekbedrag voor de aankoop van een woning met 10 procent steeg in vergelijking met 2020 – is dit jaar een keerpunt bereikt op de huizenmarkt. Zo is het gemiddelde hypotheekbedrag voor de aankoop van een nieuwe woning in het vierde kwartaal met 11 procent gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2021. In december bedroeg de daling zelfs 13 procent in vergelijking met vorig jaar, de grootste daling ooit, blijkt uit cijfers van De Hypotheker. Bovendien ligt het gemiddelde hypotheekbedrag met 298.000 euro in het vierde kwartaal voor het eerst sinds twee jaar onder de grens van 300.000 euro.
Na jarenlange stijgende huizenprijzen en een historisch lage hypotheekrente, begonnen de rentes in januari van dit jaar voor het eerst te stijgen. De gemiddelde stijging van de hypotheekrente bedroeg in 2022 ruim 3 procentpunt. Ter illustratie: in januari stond de 10-jaars rente met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) op 1,1 procent, terwijl deze rente aan het begin van het vierde kwartaal 4,3 procent bedroeg. Onder invloed van de stijgende hypotheekrente is de huizenmarkt al enige tijd aan het afkoelen. In het tweede kwartaal was dit voor het eerst zichtbaar. Hoewel er nog steeds sprake was van een stijging van de huizenprijzen, was deze minder sterk dan de periode ervoor. Per saldo is de prijsstijging op jaarbasis inmiddels flink aan het afvlakken. De Nederlandsche Bank verwacht zelfs dat zowel in 2023 als 2024 sprake zal zijn van een daling van de huizenprijzen (in totaal 6 procent).
“Uit onze data blijkt dat de stijging van de hypotheekrente en de afvlakking van de stijging van de huizenprijzen ook effect heeft op het gemiddelde hypotheekbedrag. Als gevolg van de sterk gestegen hypotheekrente stijgen de maandlasten en kunnen huizenkopers minder lenen voor de aankoop van een woning. Dat vertaalt zich in een daling van het gemiddelde hypotheekbedrag”, vertelt René Lünnemann, franchisenemer van De Hypotheker in Haarlem. “Sinds het omslagpunt in het tweede kwartaal is ieder kwartaal een sterkere daling zichtbaar van het gemiddelde hypotheekbedrag, die nu zelfs is opgelopen tot 11 procent. Deze daling zal in het eerste kwartaal van 2023 mogelijk iets afvlakken als gevolg van de hypotheekrente, die de afgelopen weken weer iets is gedaald met zo’n 0,4 procentpunt. Dit kan op termijn resulteren in een minder sterke daling van het gemiddelde hypotheekbedrag. Met name jonge huizenkopers hebben weer een voet tussen de deur op de huizenmarkt. Dit heeft vooral te maken met het stijgende woningaanbod. Zo staan woningen langer te koop en is er – door de minder gunstige markt – minder concurrentie van zowel doorstromers als beleggers. Ook is dit het laatste jaar waarbij de jubelton belastingvrij kan worden geschonken.”
Dalende trend in tweede kwartaal 2022 ingezet
Terwijl zich in het eerste kwartaal van dit jaar nog een stijging (+8 procent) voordeed van het gemiddelde hypotheekbedrag ten opzichte van het jaar ervoor, is sinds mei een omslagpunt bereikt. Sindsdien is een dalende trend zichtbaar: met een lichte daling in het tweede kwartaal (-1 procent) tot een iets sterkere daling in het derde kwartaal (-5 procent). In het vierde kwartaal bedroeg de daling zelfs 11 procent ten opzichte van het laatste kwartaal van 2021. De sterkste daling is het afgelopen kwartaal zichtbaar onder 55-plussers (-18 procent). 55-plussers worden relatief hard geraakt, aangezien er weinig passend woningaanbod in de vorm van levensloopbestendige woningen is voor ouderen. In deze leeftijdsgroep bedraagt het gemiddelde hypotheekbedrag voor aankoop woning nu 220.000 euro, wat relatief laag is in vergelijking met andere leeftijdsgroepen. Dit komt volgens De Hypotheker vooral omdat veel ouderen al een (groot) deel van hun hypotheek hebben afgelost en vaak ook overwaarde hebben. Als het hen wel lukt om een passende woning te vinden, hebben zij vaak een lagere hypotheek nodig. De kleinste daling is zichtbaar bij jonge huizenkopers tot 35 jaar (-7 procent; 293.000 euro).
Hypotheekbedrag voor aankoop woning sterkst gedaald in Noord-Holland
Tussen de provincies zijn grote verschillen zichtbaar, al is in het vierde kwartaal in alle provincies – behalve in Zeeland (+8 procent) – sprake van een daling ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden. De grootste daling is zichtbaar in Noord-Holland (-14 procent) en Zuid-Holland (-13 procent), gevolgd door Friesland en Overijssel (-12 procent).
Bron: De Hypotheker. Foto: Bart Jonker.