Met het gedicht ‘Fluit’ van Marinus van den Berg begon woensdagavond 11 april in de schemering Paola Koningsveld, voorzitter van de Stichting Joods Monument Heemstede, de bijeenkomst ter nagedachtenis aan de 162 joodse Heemsteedse burgers en onderduikers.
Steeds weer hoor ik de fluit
Jij speelt het lied van de moord
Op de 6 miljoen, op de 162 namen hier op deze plek
Die rauwe tonen klinken in ons hart
Paola sprak over de joodse verzetsstrijdster Leesha Roose, die onder de naam Elisabeth Bos als jonge joodse vrouw van augustus 1943 tot mei 1945 actief was in het verzet in Heemstede. Als dekmantel werkte ze als verpleegkundige in het Marishuis op het Marisplein 3 in Heemstede.
Daarvoor werkte ze als verpleegster in joodse ziekenhuizen in Amsterdam. Ze was net 17 jaar toen de tweede wereldoorlog uitbrak die ze nauwelijks overleefde. Haar ouders, twee broers overige familieleden zijn vermoord. Na de oorlog is zij met het verzetsherdenkingskruis geëerd voor haar moedige verzetswerk. Leesha Roose heeft de doden nooit kunnen begraven. “De nazi’s hebben ons volk als vee weggevoerd en vermoord.” Een begrafenis was niet mogelijk en een grafzerk was er niet.
Toen zij eenmaal na de oorlog in Israël was, waar ze haar ervaringen en gedachten op een rij kreeg, begon ze met het schrijven van een boek over haar leven tijdens de Holocaust. De titel ‘De tulpen zijn rood’ is ontleend aan een wachtwoord dat door de verzetsbeweging gebruikt werd. Toen haar verteld werd dat haar boek ‘verslavend’ was, lachte ze. Anderen zeiden dat ook. “Iedereen die mijn boek leest, kan zich niet voorstellen dat iemand die zoveel meegemaakt heeft, eruit gekomen is als een redelijk en functionerend mens”, zei ze. Een straat in Heemstede naar haar vernoemen zal alles wat zij de gemeenschap gaf en wat ze in haar leven bereikte, in onze herinnering vasthouden. ‘Lies’ Bos is in februari op 88-jarige leeftijd overleden in Jeruzalem. Zij wordt niet vermeld in het ‘Boek van de Namen – Sefer HaSjemot’, met de 162 namen op het monument. Op uitnodiging van de secretaris van de Stichting, Harald van Perlstein, werden de 162 namen voorgelezen door de aanwezigen, waaronder burgemeester Astrid Nienhuis en vele betrokken bezoekers van de Jom Hasjoa, de dag der vernietiging en zij legden steentjes op het marmer. Steentjes die niet vergaan.
Ton van den Brink