Door Bart Jonker
Heemstede – Ligt uw tuin dichtbij een vijver, sloot of ander water? In deze aflevering leest u wat u mogelijk in zo’n tuin kunt aantreffen.
De wonderlijke wederik
Fraai is die zeker, de gewone wederik (Lysimachia vulgaris), een tot 150 cm hoge plant met een rechtopstaande, dichtbehaarde stengel met een geelbloeiende bebladerde pluim. Nederland kent drie wederiksoorten, waarvan de gewone wederik het meest voorkomt. Naast de gewone wederik bestaat de moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora), die zeldzamer is en groeit op plekken in moerasgebieden die nauwelijks begaanbaar zijn. De derde soort is de boswederik (Lysimachia nemorum), een zeldzame soort die in natte loofbossen zijn habitat heeft. De wederik maakt deel uit van de sleutelbloemfamilie (Primulaccea). De soort die we hier bespreken, de gewone wederik, groeit vooral op vochtige, drassige en modderige gronden. Niet zo gek dus dat deze plant vooral langs een waterkant te vinden is of als sierplant langs vijvers, maar ook in tuinen met vochtige aarde voelt die zich thuis. De bloeitijd is van juni tot en met augustus. Wederik werd vroeger als genezend kruid toegepast bij koorts en scheurbuik. Echter belangrijker waren de kleurstoffen die uit de plant werden gewonnen (bruin en geel) en als ingrediënt voor verf werden gebruikt voor bijvoorbeeld wol. In Frankrijk kreeg de wederik de bijnaam ‘chassequerelle’ (‘zij die ruzie verdrijft’), omdat het aftreksel zou helpen blauwe plekken te genezen.
De kikker, een ware spring in ’t veld
1 april, kikker in je bil is het gezegde, maar de kans dat er een kikker in uw tuin huist is best groot. Vooral in de buurt van water natuurlijk. Kikkers behoren tot de amfibieën: dit houdt in dat ze zowel in het water als op het land leven. Nederland kent vier kikkersoorten, waaronder de algemene bruine kikker (Rana temporana) en de groene kikker (Rana esculenta). Daarnaast bestaat nog de zeldzame heikikker (Rana arvalis) en op enkele plaatsen in Nederland komt de kleinste soort, de boomkikker (Hyla arborea) voor (maximaal 5 centimeter groot). De boomkikker komt slechts voor in de Achterhoek, in Zeeuws-Vlaanderen en in Brabant en Limburg. Deze heeft als enige soort hechtschijfjes aan de tenen, waardoor die kan klimmen. De bruine kikker is het minst kieskeurig en wordt op ieder mogelijk terrein wel aangetroffen.
In onze tuin troffen we afgelopen weekend een groene kikker aan, die als een duveltje uit een doosje de aanwezige visite de stuipen op het lijf joeg, door plotseling enthousiast richting de lounge-set te springen. Gillende vrouwen dus, die spontaan de tuin uitrenden. Het kwam allemaal weer goed hoor. Eigenlijk moet u blij zijn met een kikker in de tuin, want die is best wel nuttig. Zo bestaat het menu veelal uit insecten (zoals steekmuggen), maar ook slakken zijn voor de kikker niet te versmaden. U weet dat slakken voor menig tuinliefhebber een plaag kunnen zijn, omdat deze veelvraten aanzienlijke schade aan uw mooie planten kunnen aanrichten. De groene kikker komt altijd op plaatsen voor nabij water en in dit geval was er een vijver in de buurt. De groene kikker gaat vooral ’s nachts, maar ook overdag met vochtig weer op jacht. Groene kikkers lokken met hun kwaakconcerten in mei en juni de vrouwtjes om te paren. Sommige vrouwtjes leggen wel tienduizend eitjes (kikkerdril) in het water. Uit deze eitjes komen kikkervisjes die langzamerhand transformeren tot dikkopjes en vervolgens tot de uiteindelijke kikker. Vele kikkervisjes en eitjes vallen echter ten prooi aan hun natuurlijke vijanden. Wordt het in het najaar kouder dan 8 graden, dan gaan kikkers hun winterslaap houden. Alle kikkers zijn sinds 1973 wettelijk beschermde diersoorten in Nederland. Dit houdt in dat ze niet gevangen, gedood of verontrust mogen worden.
Foto boven: Gewone wederik (Lysimachia vulgaris)
Foto onder: Onze groene vriend in de tuin (Rana esculenta) Foto’s: Bart Jonker.