Door Hans Krol
Heemstede – Aan verzetsmensen zijn sinds de Bevrijding talrijke publicaties gewijd. Paul van Tongeren publiceerde een biografie over Jacoba van Tongeren, oprichtster van de verzetsgroep Groep 2000 in de regio Amsterdam. Zij wordt tegenwoordig tevens herdacht met de naam van een brug en een bronzen standbeeld in de hoofdstad. Momenteel bereidt hij een publicatie voor over zijn vader ir. Herman van Tongeren jr. Deze was succesvol ondernemer als directeur van een ingenieursbureau aan de Johannes Verhulstlaan en uitvinder, die op 7 september 1944 is opgepakt in zijn huis aan De Herfstlaan. Zogenaamd op weg naar het SD-hoofdkwartier in Amsterdam, maar op de Wagenweg bruut uit de auto gegooid en vervolgens door een van drie begeleidende Duitsers neergeschoten. In de ochtend van 9 september overleed hij aan zijn verwondingen in het Sint Elisabeth Gasthuis.
Heemsteedse uitvinder wereldbekend
Opmerkelijk is dat Van Tongeren met zijn uitvinding van cyclonen als industriële stof- ofwel vliegasopvangers in aerodynamische kringen tot op de dag van vandaag wereldbekendheid geniet. In Beverwijk staat het bedrijf ‘Van Tongeren Kennemer BV’ en sinds 1971 in Engeland en tegenwoordig ook in de Verenigde Staten en Canada bevinden zich vestigingen van ‘Van Tongeren International’, waar nog altijd cyclonen worden vervaardigd op basis van patenten uit 1944 van de Heemsteedse uitvinder. Zijn triest einde is om meerdere redenen zeer te betreuren, want voor Hoogovens, tegenwoordig Tata Steel, had hij volgens deskundigen als creatief onderzoeker veel kunnen betekenen.
Collaborateurs met de nazi’s
De afgelopen jaren zijn minstens tien boeken verschenen over Nederlanders die als politieman, bestuurder of spion tijdens de Tweede Wereldoorlog met Duitse fascisten hebben samengewerkt. Paul van de Water beschrijft in zijn nieuwste boek ‘In dienst van de nazi’s’ een tiental portretten van personen, alsook van zijn vader, die die zich schuldig hebben gemaakt aan misdrijven als verraad, moord of doodslag. Activiste Sunny Bergman schreef onlangs ‘Mijn nazi-opa’. De Haarlemse historicus en journalist Jan de Roos publiceerde vorig jaar bij uitgeverij Loutje een uitvoerig werk van 350 pagina’s: ‘Faber & Zoons; een familiebedrijf in terreur’. Daarin wordt de aanslag beschreven door Hannie Schaft en Jan Bonekamp op de Haarlemmer Pieter Faber die op weg naar zijn woning aan de Tooropkade in Heemstede op 8 juni 1944 een aantal keren is beschoten en zes dagen later overleed in de Mariastichting. Uit zijn onderzoek is gebleken dat de omgebrachte banketbakker, bij wie men taarten kon bestellen met NSB-embleem, geen mensen heeft verraden. De Duitsers hebben weliswaar in dit geval geen represailles genomen door onschuldige burgers te fusilleren, maar twee zonen hebben hun vader willen wreken en worden verantwoordelijk gehouden voor de dood van tientallen Nederlandse verzetsmensen.
Pieter Johan Faber, geboren in 1920 en opperwachtmeester bij de SD in Groningen, is na een proces op 10 juli 1948 als oorlogsmisdadiger door een vuurpeloton geëxecuteerd. Zijn twee jaar jongere broer, SS’er Klaas Carel werd veroordeeld tot levenslang. Het lukte hem op Tweede Kerstdag 1952 met zes andere oorlogsmisdadigers te ontsnappen uit de koepelgevangenis in Breda en te vluchten naar Duitsland. Met een Duitse vrouw heeft Faber tot zijn overlijden op 24 mei 2012 In Ingolstadt gewoond. Ook journalist Arnold Karskens heeft zich intensief met deze oorlogsmisdadiger beziggehouden. Tevergeefs, want als intussen Duits staatsburger bleek het juridisch niet mogelijk Faber aan Nederland uitgeleverd te krijgen.
Dirk Stoutjesdijk
De thans 87-jarige Carla Kassing-Stoutjesdijk heeft als kind de oorlog meegemaakt in Haarlem, Heemstede en Langedijk. Een door de NPO uitgezonden documentaire ‘Oorlog in Westerbork’ van Frenk van der Linden maakte zoveel indruk, dat zij besloot het levensverhaal als NSB-kind van haar ouders met anderen te delen. Zelf heeft zij met haar intussen overleden zus Henny enige tijd in voornoemd kamp doorgebracht. Veel documentatie en een familiekroniek waren al beschikbaar. De Hilversumse publicist Harry Vogels, die in 2021 een boek publiceerde over zijn eigen foute familie, getiteld ‘Schaamte en trots in Wassenaar; een bewogen familiegeschiedenis’ heeft verder onderzoek gedaan, o.a. in het Nationaal Archief, waar in het Centraal Archief van de Bijzondere Rechtspleging (CABR) 556 dossiers over minimaal 310.000 personen zijn opgeslagen in zo’n 30.000 kartonnen dozen. Het resultaat hiervan is te lezen in een boek van 225 pagina’s, getiteld ‘Dossier Dirk; leven met een NSB-burgemeester’, uitgegeven door Elikser in Leeuwarden. Voorts verscheen van de hand van Geert van Diepen bij dezelfde uitgeverij een boekje als schoolproject voor het basis- en voortgezet onderwijs: ‘Schaamte voor je achternaam; oorlogsverhaal over de vrouwen de twee dochters van een NSB-burgemeester’. Wanneer men aan dochter Carla vroeg naar de naam Stoutjesdijk, verwees ze het liefst naar Zeeland. Over haar periode als NSB-kind liet ze noteren dat ze werd uitgescholden en gepest, maar gelukkig minder vaak en openlijk in Heemstede dan in Haarlem.
Dirk Stoutjesdijk is in 1894 in Bruinisse, Zeeland, geboren. Hij heeft verschillende functies gehad, was onder meer handelsvertegenwoordiger, maar was ook nog enige tijd fabrikant in rubberartikelen. Vanaf 6 april 1943 fungeerde hij als waarnemend burgemeester van Langedijk doch pas op 30 mei 1944 is hij officieel benoemd.
In 1920 trouwde hij voor de eerste maal in Den Haag, welk huwelijk in 1928 is ontbonden. Een jaar later hertrouwde hij met de tien jaar jongere Louise Lambregts, uit welke echtverbintenis twee dochters zijn geboren. Na een scheiding in 1949 en na enkele jaren gevangenschap, is Dirk Stoutendijk na verleende gratie in 1949 op 14 januari 1950 in Heemstede in het huwelijk getreden met een vroegere huisvriendin Hanna Ernestine Jessurun. Die was vanaf 1935 tot opheffing van de Beweging actief NSB’er, leidster van Kring 49 met aanvankelijk Kringhuis op het Raadhuisplein 5, wijkhoofd Volksdienst en plaatsvervangend kringleidster van de Nationaal Socialistische Vrouwen Organisatie. Van beroep was zij muziekonderwijzeres en verder dochter van de vanaf de oprichting in 1899 gedurende een kwart eeuw gewaardeerd vrouwenarts en chirurg in de Mariastichting. Max Jessurun (* Paramaribo 1865, ov. Heemstede 1938). Ten slotte in het huis wonende in de Van der Spiegellaan 18 alwaar Stoutjesdijk, in 1955 op zestigjarige leeftijd aan hartfalen overleed.
Overtuigd NSB’er
Op 11 mei 1933 is D. Stoutjesdijk lid geworden van de NSB onder stamboeknummer 1.576, zoals hijzelf later verklaarde “met het doel bij de beweging mee te werken aan de samenbinding van ons volk en ter verkrijging van sociale rechtvaardigheid voor het algemeen.” Hij kwam in Haarlem te wonen waar bij binnen de plaatselijke NSB-kring 4 actief was en kameraad Stoutjesdijk opklom tot leider van Groep 1. Na op enkele adressen in de Spaarnestad te hebben gewoond, is hij begin 1940 met zijn gezin verhuisd naar het adres Jan Steenlaan 5 in Heemstede. Daar kwam hij vanaf 1942 in contakt met NSB’er Van Riesen, die op 1 september vanuit Voorburg werd benoemd tot waarnemend burgemeester van Heemstede, om op 26 juni 1943 door NSB-commissaris mr. A. Backer te worden geïnstalleerd. Van Riesen zag het als zijn taak het gemeentepersoneel te nazificeren. Hij was daarin volstrekt onsuccesvol, maar omringde zich wèl met NSB-assistenten die zich wethouder mochten noemen, zoals A.Jackson voor onderwijs (van beroep leraar Frans aan het Kennemer Lyceum) en P. Smit, oud assistent-resident in Nederlands-Indië met de portefeuille openbare werken. Zijn meest trouwe medewerker werd echter Stoutjesdijk en bij Van Riesen’s installatie werd deze dan ook speciaal bedankt voor diens inzet.
In het raadhuis heeft met name de heer Kruiderink van de afdeling Bevolking zich verdienstelijk gemaakt met het afgeven van vervalste persoonsbewijzen aan Joden, zoals onder meer is gebleken uit het internationaal uitgebrachte boek ‘De tulpen zijn rood’ van Leesha Rose. Die is in 1922 in Polen geboren en in 2016 overleden in Israël. Zij werkte tijdens de bezettingstijd als verpleegster in het herstellingsoord Marishuis, Marisplein 3, Heemstede.
Secretarieambtenaar (en latere wethouder van 1974 tot 1978) P.M. van Drooge wenste principieel niet te werken onder een fout bestuur en dook onder in de provincie Utrecht. Hij vertelde me in 1985 dat enkele collegae hem dat kwalijk hadden genomen, omdat in zijn plaats een NSB’er werd benoemd. Bevolkingsambtenaar Willem Denijs weigerde ‘spitlijsten’ te leveren voor grondwerkzaamheden ten behoeve van een door de Duitsers gewenste Atlantik-Wall.
Na de Bevrijding zijn in het raadhuis 745 lastgevingen om te spitten voor de Duitse Weermacht aangetroffen, getekend door Van Riesen. Dat waren door betrokkenen teruggestuurde exemplaren met verzoek om vrijstelling. Op 7 augustus 1944 berichtte Van Riesen aan de Commissaris van de Provincie, dat hij op grond van plichtsverzuim ter waarneming van de taak van Burgemeester en Wethouders op 13 april ongevraagd ontslag had verleend.
Denijs is 20 mei 1944 door de SD gearresteerd. Na een verblijf in kamp Vught is hij overgebracht naar kamp Sachsenhausen waar hij op 13 januari 1945 aan de gevolgen van algehele uitputting is gestorven. Als privésecretaresse van de burgemeester werkte een jonge vrouw uit een berucht gezin van NSB’ers. Haar vader, winkelier en begrafenisondernemer was Kringleider, die er prat op ging dat vier van zijn zonen aan het Oostfront meevochten, van wie er minstens 1 in Oost-Europa omkwam. Toen de Bevrijding aanstaande heeft de secretaresse in opdracht van de burgemeester diens (geheime) archief vernietigd. De schaarse en weinig voorstellende ‘raadsnotulen’ zijn vanaf 26 juli 1942 tot de Bevrijding ondertekend met ‘J. van Riesen’.
Terugkomend op Stoutjesdijk, hij was de eerste en meest trouwe medewerker van Van Riesen en werd bij diens installatie dan ook als zodanig genoemd. Stoutjesdijk hield ook nauw contakt met de foute plaatselijke NSB-korpschef Piet Kramer. Wanneer een huis vrijkwam vroeg hij soms aan de politie om een sleutel. Ook was hij zijdelings betrokken bij een inval op het huisadres van verzetsman P. Scholten, werkzaam voor de verzetskrant ‘Vrij Nederland’. Hierover hij op 28 december 1945 door de Politieke Opsporingsdienst Heemstede-Bennebroek verhoord. In het huis aan het Frederik van Eedenplein werd een joodse jongeman aangetroffen, die via Amsterdam naar Westerbork is gezonden en van wie niets meer is vernomen. Nergens geregistreerd, ook kon zijn naam niet op het Joods namenmonument in Heemstede worden vermeld.
Vervolgdeel in de editie van komende week.
Onderschrift foto: Installatie op 26 juni 1943 van Jacob van Riesen tot burgemeester door toenmalig NSB-Commissaris der Provincie Noord-Holland mr. A.J. Backer De (goede) gemeentesecretaris N. Vos, rechts op de foto, ziet en hoort het allemaal gelaten. Het portret van koningin Wilhelmina was intussen vervangen door tronies van Adolf Hitler en Anton Mussert. Vrij uitzonderlijk gaf Backer na de Bevrijding reeds bij de arrestatie in zijn woning aan de Heemsteedse Dreef onmiddellijk toe dat hij helemaal fout was geweest (Foto NHA, aangeleverd door Hans Krol.)