Bespiegelingen: Ochtendzang

Heemstede – Carel van Bruggen denkt er het zijne van, bekijkt de dingen op eigen wijze.

Een zanger ben ik niet en toch zing ik wel eens wat. Iedereen heeft zo zijn gewoontes. Ik ook. Wanneer ik de vaatwasser uitruim zing ik vaak een of ander refrein. Afgelopen week zong ik vaak: tis weer voorbij die mooie zomer. En daar was alle reden voor.

Overigens zing ik vaak stukjes van Franse liedjes die ik ooit op de lagere school leerde. Ik zing dan Meunier tu dors, ton moulin va trop vite. Ook Au claire de la lune is populair en het refrein van het door George Brassens geschreven Brave Margot is een lievelingsliedje van mij. Ik zing dan Quand Margot découvrait son corsage pour donner le gougou à son chat  en denk dan dat Margot haar borst ontbloot, maar découvrait blijkt helemaal niet goed te zijn. Margot ontdekt haar borst niet, nee zij maakt haar lijfje los: Quand Margot dégrafait son corsage blijkt het te moeten zijn. Maar goed niemand luistert.

Wel vreemd dat juist Franse liedjes in mijn hoofd komen trouwens. Voor een deel begrijp ik het wel. Vanaf mijn 17e had ik een vriendin met francofiele ouders. Uiteraard was zij als enig kind ook met die liefde voor Frankrijk besmet geraakt. Wanneer ik bij haar op haar kamer aan de Churchilllaan in Amsterdam-Zuid zat, draaide zij grammofoonplaten met Franse muziek waarbij George Brassens een prominente plaats innam. Ook La cane de Jeanne is daardoor voor altijd in mijn hoofd blijven hangen. Uiteindelijk is mijn eerste liefde Frans gaan studeren en met een Fransman getrouwd en is mijn Frans niet verder gekomen dan een Franse Vader Jacob bij het uitruimen van de vaatwasser. Ook niks mis mee.

Illustratie: Carel van Bruggen.