Bestuurders van verschillende overheden, natuurorganisaties, waterbeheerders, drinkwaterbedrijven en ondernemersorganisaties hebben samen afspraken geformuleerd over de toekomst van de kust. Waar krijgt de natuur voorrang? En waar mag nog gebouwd worden? “De kust is van ons allemaal. Ik ben blij dat wij ons samen inzetten voor het bewaren van de goede balans tussen ‘rust en reuring’ en de kust zo een kwaliteitsimpuls willen geven”, aldus gedeputeerde Ruimtelijke Ordening Joke Geldhof. “Het is geen ‘of-of’, het is ‘én-én. Er moet ruimte zijn voor mooie natuur, stilte en ongereptheid EN er moet ruimte zijn voor hoogwaardige recreatie, drukte en levendigheid.”
De bestuurders van de 27 kustpactpartners die in Noord-Holland met de kust te maken hebben, hebben als uitwerking van het Kustpact een gemeenschappelijk Toekomstperspectief 2040 Noord-Hollandse kust opgesteld en een Strandzonering 2025. Hierin spreken de partners af waar op het strand tot 2025 geen nieuwe recreatieve bebouwing is toegestaan en in welke delen wel en onder welke voorwaarden. Zij hebben afgesproken deze uitwerking de komende tijd voor te leggen aan hun achterban. Het gezamenlijke doel is een toekomstbestendige visie voor de Noord-Hollandse kust te ontwikkelen waar bescherming en behoud van de waarden van de kust als vrije toegankelijke ruimte aan de ene kant en recreatie en economie aan de andere kant een plek hebben.
Niek Meijer, burgemeester van Zandvoort en voorzitter van de Noord-Hollandse kustgemeenten zegt: “We zijn op de goede weg. De gemeenten hebben en voelen een grote verantwoordelijkheid om vanuit hun maatschappelijke taak zorgvuldig met de kust om te gaan. Het is niet altijd eenvoudig om met zoveel partners een belangrijke opdracht als deze op te pakken. Het is een kwestie van vallen en opstaan. Deze eerste uitwerking is een goede stap voorwaarts naar een toekomstbestendig en realistisch Kustpact.”
“Strandondernemers zien mogelijkheden om de kwaliteit te verhogen en natuur te versterken juist door deze met economische belangen te verbinden. Een louter conserverende benadering uitgaand van beperkende maatregelen zal averechts werken. Ondernemers hechten dan ook veel waarde aan een samenwerkingsvorm met uitvoeringsagenda waarin de balans tussen rust en reuring gestimuleerd wordt”, voegt Falco Bloemendaal, voorzitter KHN Noord-Holland, toe namens de strandondernemers.
Ernest Briët, directeur van Landschap Noord-Holland, laat namens de natuurorganisaties weten tevreden te zijn met het resultaat. “Dankzij de strandzonering is helder waar natuur voorop staat, waar extra natuurontwikkeling mogelijk is en waar heel beperkt eventueel extra recreatieve bebouwing kan worden toegevoegd, bovenop al vergunde bouwlocaties. Hierdoor is er naar onze opvatting een goede balans ontstaan tussen natuur en recreatieve bebouwing. Er ligt nu nog een grote uitdaging voor het vervolg: we moeten ook tot goede afspraken komen over de duinen en de binnenduinrand. Ook daarvoor zullen ons inspannen voor het behoud en de ontwikkeling van natuur en landschap.”
Toekomstperspectief en strandzonering
Het Toekomstperspectief Kust beschrijft de landschappelijke en economische waarden van de gehele kuststrook en de geldende (wettelijke) kaders, trends en ontwikkelingen en perspectieven tot 2040. In deze fase richten het Toekomstperspectief en de Strandzonering zich op het strand. De andere onderdelen, zoals de binnenduinrand, komen daarna aan bod. De verschillende omschreven zones op het strand zijn inzichtelijk gemaakt op een kaart.
Voor Noord-Holland is de kust van groot belang. Zowel voor de inwoners van de provincie als voor de toeristen. In het nationale Kustpact hebben alle ondertekenaars afspraken gemaakt over hoe zij omgaan met nieuwe recreatieve bebouwing. De Noordzeekust is na Amsterdam de grootste toeristische trekpleister in Noord-Holland en goed voor een omzet van meer dan 1 miljard euro per jaar.
Het conceptperspectief dat de bestuurders zullen voorleggen aan hun achterban, is opgesteld op basis van verschillende werkateliers en inloopateliers met de betrokken organisaties en inwoners van de kustgebieden. Nadat de voorstellen zijn voorgelegd aan de betrokken gemeenteraden, Staten, besturen en achterbannen, kunnen het perspectief en de zonering nog aangepast worden. Naar verwachting wordt deze uitwerking begin volgend jaar definitief vastgesteld.