Gemeenten Haarlem en Heemstede sluiten hun verkeerslichten aan op de verkeerscentrale van de provincie Noord-Holland. Vandaaruit stuurt de provincie alle verkeerslichten aan. De partijen zetten hiermee in op een betere doorstroming van 5 tot 10 procent voor het verkeer op doorgaande routes van en naar Zuid-Kennemerland.
Gedeputeerde Elisabeth Post van de provincie Noord-Holland, wethouder Cora-Yfke Sikkema van de gemeente Haarlem, en wethouder Heleen Hooij van de gemeente Heemstede tekenden hiervoor een overeenkomst op 29 januari (zie foto). Nu heeft de verkeerscentrale van de provincie alleen toegang tot haar eigen 270 verkeerslichten. De provincie heeft in oktober 2015 besloten dat aansturing van verkeerslichten van gemeenten en andere wegbeheerders vanuit de verkeerscentrale van de provincie mogelijk is.
Vanaf februari volgt en leidt de verkeerscentrale ook verkeer in Heemstede en Haarlem. Het gaat om het verkeer op de route N201 tot de kruising Heemsteedsedreef/Lanckhorstlaan, vanuit de N205 tot aan de Buitenrustbruggen en vanuit de N200 tot en met de Bolwerkenroute. “Deze zomer sneller op het strand, dat wordt mogelijk nu de verkeerslichten op doorgaande routes in Heemstede en Haarlem ook worden aangestuurd vanuit de verkeerscentrale van de provincie. Hiermee verbetert de doorstroming en bereikbaarheid in Noord-Holland, een mijlpaal”, aldus gedeputeerde Elisabeth Post.
Straks kan de verkeerscentrale het verkeer op belangrijke doorgaande routes in bovengenoemde gemeenten real-time volgen. Dat betekent dat zij op verzoek van de gemeenten op drukke momenten kan ingrijpen, volgens van te voren afgesproken scenario’s. Bijvoorbeeld door de verkeerslichten op de routes langer op groen te zetten waardoor het verkeer langer kan doorrijden. De verwachting is dat de doorstroming op deze momenten met 5% tot 10% verbetert. In 2016 houdt de provincie een effectmeting.
De provincie werkt samen met de gemeenten Heemstede, Haarlem, Bloemendaal, Zandvoort en Rijkswaterstaat aan een betere bereikbaarheid van Zuid-Kennemerland. Dit doet zij door het beter benutten van bestaande wegen met slimme technieken, een goede ontsluiting van de regio met hoogwaardig openbaar vervoer en investeringen in infrastructuur.