Tekst en foto’s: Bart Jonker
Overveen – Midden in het onbestendige weer van zondag 26 november, legde wethouder Nico Heijink namens het College van Bloemendaal een herdenkingskrans op het graf van Hannie Schaft op de Eerebegraafplaats Bloemendaal in Overveen. Ook werd er een bloemenkrans van de Hannie Schaft Stichting gelegd. Hannie Schaft wordt beschouwd als de bekendste Nederlandse verzetsstrijdster.
Van studie naar verzet
Jannetje Johanna Schaft (Haarlem, 16 september 1920 – Bloemendaal, 17 april 1945) was een verzetsstrijdster met communistische sympathieën tijdens de Tweede Wereldoorlog. Schaft ging voor de oorlog in 1939 Volkenkunde aan de Universiteit van Amsterdam studeren waarnaar ze in 1940 verhuisde. Daar raakte zij bevriend met haar Joodse medestudentes Philine Polak en Sonja Frenk. Mede door deze vriendschap ging de vervolging van de Joden haar zo persoonlijk aan het hart en verachtte zij deze gruwelijkheden. In 1943 weigerde ze de loyaliteitsverklaring te tekenen van de Duitse bezetter en beëindigde zij haar studie. Ze ging weer in Haarlem wonen bij haar ouders en nam haar Joodse Philine Polak en Sonja Frenk mee, die daar onderdoken. In die tijd verrichte ze regelmatig verzetswerk door onderduikers te helpen aan gestolen persoonsbewijzen en bonkaarten.
In het verzet gebruikte ze de schuilnaam Hannie, haar eigenlijke roepnaam was Jo of Jopie. Ook staat ze bekend als ‘Het meisje met het rode haar’, tevens de titel van gelijknamige Nederlandse film uit 1981, die het verzetsleven van Hannie Schaft (gespeeld door Renée Soutendijk) uitgebreid belicht. Hannie Schaft nam deel aan de Raad van Verzet (RVV), een organisatie die vanwege communistische sympathieën door andere verzetsgroeperingen werd gewantrouwd. Samen met Freddie en haar zuster Truus Oversteegen pleegde Hannie verschillende aanslagen op Duitsers, NSB’ers, collaborateurs en landverraders.
Arrestatie en executie
Hannie Schaft werd op 21 maart 1945 bij een wegversperring aan de Jan Gijzenkade in Haarlem aangehouden toen ze illegale bladen en een wapen bij zich bleek te hebben. Op het politiebureau van Haarlem ontdekten de Duitsers wie ze werkelijk was. Hoewel aan het einde van de oorlog een akkoord bestond tussen de bezetters en de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) om geen vrouwen om te brengen, werd Hannie op 17 april 1945 – drie weken voor het einde van de oorlog – in opdracht van Willy Lages gefusilleerd in de duinen bij Bloemendaal. Haar arrestatie wordt in verband gebracht met verraad in de zogenaamde Velser Affaire, hoewel dit nooit onomstotelijk is bewezen.
Herbegrafenis
Op 27 november 1945 werd haar stoffelijk overschot met militaire eer herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal te Overveen. Koningin Wilhelmina, prinses Juliana en prins Bernhard waren hierbij aanwezig. Voor haar strijd tegen de nazi’s kreeg Hannie op 7 mei 1946 postuum het Verzetskruis 1940-1945, het Verzetsherdenkingskruis en de Medal of Freedom, een speciale Amerikaanse onderscheiding.
Haar verzetscollega Freddie Oversteegen (1925-2018) overleefde de Tweede Wereldoorlog wel en zei later in het boek over Hannie Schaft van auteur Ton Kors: “Ze heeft nog eens tegen mij gezegd: Ik word nog eens begraven in een mooie kist met de driekleur er overheen en de koningin erbij.”
Bronnen: Historiek, Wikipedia en het boek ‘Hannie Schaft: het levensverhaal van een vrouw in verzet tegen de nazi’s’ van auteur Ton Kors.